GAIA trekt aan alarmbel: 20.000 proefdieren meer in Vlaanderen
Michel Vandenbosch: “Het proefdierenbeleid faalt”
Voor het tweede opeenvolgende jaar werden meer proefdieren gebruikt in Vlaanderen. Het aantal nieuw gebruikte proefdieren (die voor het eerst proeven ondergingen) is in 2017 ten opzichte van het jaar voordien 8% gestegen. Dat blijkt uit cijfers van het departement Omgeving van de Vlaamse overheid. “Wij beseffen dat je niet van vandaag op morgen kan stoppen met alle dierproeven”, aldus Vandenbosch. “Maar nagaan in welke domeinen geleidelijk kan afgebouwd worden en welke prioritaire doelstellingen vastgelegd kunnen worden, is een kwestie van politieke wil en daadkracht.”
In 2017 (nog geen cijfers beschikbaar voor 2018) werden 260.026 dieren voor het eerst gebruikt voor proeven of 20.049 proefdieren meer dan in 2016 toen de teller op 239.077 stond. In 2015 ging het om 235.434 dieren. Maar met de hergebruikte dieren (die meermaals aan proeven onderworpen worden) meegerekend, ging het in 2017 om 263.575 proefdieren (245.758 in 2016). Muizen zijn de meest gebruikte proefdieren in Vlaanderen, gevolgd door vogels, vissen, landbouwdieren en honden en katten.
Falend beleid
“Die stijging is alarmerend”, zegt GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch. Bepaald zorgwekkend vindt GAIA het aantal voor het eerst gebruikte proefhonden dat van 314 in 2016 steeg tot 334 (+ 30) in 2017. Het totale aantal proefhonden, inclusief de hergebruikte dieren, steeg van 1498 in 2016 tot 1833 (+ 335) in 2017. Wat de primaten betreft, neemt het aantal nieuw gebruikte primaten toe van 4 naar 9 apen. In totaal werden 44 resusapen voor proeven gehouden en/of gebruikt in 2017. Voor GAIA wijzen de cijfers voor 2017 uit dat het Vlaamse dierenwelzijnsbeleid inzake proefdieren faalt en er dringend moet bijgestuurd worden.
“In Vlaanderen ontbreekt elk spoor van een doordachte beleidsstrategie om het aantal proefdieren te doen dalen”, benadrukt Michel Vandenbosch. “Dat komt ervan wanneer het beleid louter rekent op de goodwill van de onderzoekers en de gebruikers van proefdieren als rechter én partij de vrije hand krijgen. Er is hoogst dringend nood aan een concrete en sturende beleidsstrategie met concrete doelstellingen voor systematisch minder proefdierengebruik naar analogie van de klimaatdoelstellingen.”
Voor GAIA is het systematisch afbouwen van pijnlijke proeven op dieren prioritair. Volgens de laatste beschikbare Europese statistieken staat België op de lijst van de lidstaten met de meeste pijnlijke dierproeven op de vijfde plaats.
Nederland toont hoe het kan
Een eventuele daling in een bepaald jaar heeft veeleer te maken met het beëindigen van een of ander onderzoeksproject dat geen vervolg kent dan met een doelbewuste beleidsvisie en -strategie. Van een structurele, duurzame afbouw is al helemaal geen sprake. Michel Vandenbosch: "Waarom laat de minister van Dierenwelzijn zich niet inspireren door Nederland, waar de bevoegde minister zelf het heft in handen genomen heeft? Daar werd zeer specifiek een Nationaal Comité voor de bescherming van proefdieren opgericht en acht men het mogelijk om tegen 2025 geheel af te zien van het proefdierengebruik voor giftigheidstesten (in het domein van de toxiciteit dus). In Vlaanderen werden in 2017 21.022 dieren gebruikt voor letale giftigheidstesten."
Alternatieven niet zaligmakend
Louter inzetten op alternatieven, waaraan vooral veel lippendienst bewezen wordt, is niet zaligmakend, benadrukt Michel Vandenbosch. “De overheid zou proefdierenquota kunnen opleggen, of vooropstellen dat het jaarlijks met 10% minder proefdieren moet, waarna het aan de onderzoekers, geflankeerd door onafhankelijken, is om in alle transparantie en in overleg met andere stakeholders zoals GAIA te bepalen hoe dat streefdoel gehaald wordt, welk onderzoeksproject echt de moeite loont en voorrang verdient, en welke minder belangwekkend of urgent zijn. De overheid zou ook een heffing kunnen opleggen naar gelang het aantal proefdieren dat gehouden en gebruikt wordt, en dat geld investeren in onderzoek naar alternatieve methoden.”